Het belang van taal en taalgebruik
'Communicatief sterk' of 'goede communicatieve vaardigheden', je leest het in zo’n beetje elke vacature. Of het nu gaat om een Functioneel beheerder, Informatiemanager of een andere IV-professional, we vinden het allemaal belangrijk dat we communicatief vaardig zijn. En zo profileren we onszelf ook vaak. De toegevoegde waarde van ons als IV-professionals wordt vaak toegeschreven aan dat we zowel ‘de taal van de business’ als ‘de taal van IT’ spreken. Daardoor kunnen we als een soort intermediair tussen beide kampen fungeren. Het negenvlaksmodel wordt er dan ook regelmatig bij gepakt om concreter te maken waar deze intermediair in de organisatie geplaatst moet worden.
Toch merk ik dat IV-professionals echt moeite hebben om hun toegevoegde waarde onder woorden te brengen en te laten landen in de business. Ook als team of afdeling hebben IV-professionals vaak moeite om een eenduidig antwoord te geven op vragen als “wie zijn we?”, “waar zijn we van?” en “wat is onze toegevoegde waarde?”. Het feit dat er binnen teams geen duidelijkheid en eensgezindheid is over de antwoorden op deze vragen, zorgt er uiteindelijk ook voor dat er aan business en IT-kant ook verwarring en onduidelijkheid bestaat. Taal en het gebruik ervan is daarbij een belangrijk onderdeel waar we vaker stil bij moeten staan! In dit artikel lees je waarom taalgebruik zo belangrijk is en hoe je dat je dit op een goede manier kan aanpakken!
Taal als onderdeel van cultuur binnen organisaties
Even wat theorie om te beginnen: Vanuit een sociologisch perspectief bestaat cultuur uit 5 kernelementen: symbolen, taal, waarden, normen en materiële cultuur. Taal wordt daarbij gedefinieerd als 'het systeem van symbolen dat leden van een cultuur of gemeenschap in staat stelt om met elkaar te communiceren'. Daarbij stellen John J. Macionis en Ken Plummer in hun boek “Sociology, a global introduction” dat taal het perspectief van mensen op hun werkelijkheid vormgeeft. Gezien elke taal zijn eigen verschillende symbolen heeft, dienen die symbolen dan als bouwstenen van die werkelijkheid. Met andere woorden: mensen in China, die denken door gebruik te maken van een bepaalde set aan symbolen, ervaren de wereld anders dan mensen in Nederland die in het Nederlands denken. Macionis en Plummer halen daarbij de “Sapir-Whorf hypothese” aan. Die zegt dat mensen de wereld waarnemen door de culturele lens van taal. De hypothese combineert daarin 2 principes: het taalkundig determinisme, wat stelt dat taal de manier hoe we denken beïnvloedt, en de taalkundige relativiteit, wat stelt dat een bepaald onderscheid in de ene taal niet bestaat in een andere taal. Zo hebben bijvoorbeeld de Inuit meerdere woorden voor ‘sneeuw’, en is ons woord ‘gezellig’ vaak niet één op één te vertalen en moeilijk uit te leggen aan anderstaligen.
Maar wat zegt dit nu eigenlijk en wat kunnen wij als IV-professionals hiermee?
In zijn boek “Beelden van organisatie” stelt Gareth Morgan dat organisaties hun eigen kenmerkende cultuur of subcultuur hebben en daarmee miniaturen zijn van een samenleving. Als taal één van de kernelementen van cultuur is, dan heeft taal dus een grote invloed op alle facetten van een organisatie. En omdat het een van de kernelementen is waarop de organisatie is gebouwd, is het belangrijk om daar bewust mee om te gaan. Dat geldt voor alle mensen en alle afdelingen binnen een organisatie. Want als een bepaalde groep mensen of een afdeling taal gebruikt die niet begrepen wordt door de rest van de organisatie, dan plaatst die groep of afdeling zichzelf in feite buiten die organisatie of ‘miniatuur-samenleving’. Herkenbaar?
Eerst begrijpen, dan begrepen worden
Wie het boek “De 7 eigenschappen van effectief leiderschap” van Stephen Covey heeft gelezen, weet dat één van die zeven eigenschappen “Eerst begrijpen, dan begrepen worden” is. Dit wordt vaak uitgelegd om het belang van luisteren en begrijpen te duiden. Maar het tweede deel, "begrepen worden", wat Covey in zijn boek ook aangeeft als “onmisbaar voor een win-winovereenkomst”, wordt nogal eens vergeten. Voor IV-teams begint “begrepen worden” met het creëren van eensgezindheid rondom een aantal kernbegrippen. Begrippen als “de Informatievoorziening”, “Informatiemanagement” en “Functioneel beheer” geven daarbij antwoord op de vragen “wie zijn we?” en “waar zijn we van?”. Ga dus met je team om de tafel zitten als je dat nog niet hebt gedaan. Ga samen allereerst bepalen welke begrippen jullie hanteren om te definiëren wie je bent en waar je van bent. Stel vervolgens samen de definities van die begrippen op zodat dit uitgedragen kan worden richting de rest van de organisatie. Daarna kun je gezamenlijk nadenken wat het antwoord is op de vraag “wat is dan onze toegevoegde waarde?”, hoewel ik van mening ben dat die al door de eerste twee vragen beantwoord wordt.
Wij zouden IV experts niet zijn als wij daar natuurlijk ook zelf over nagedacht hebben. Zo geven wij met het begrip “Informatievoorziening” aan waar wij vinden dat wij als IV-professionals van zijn. We hanteren de term “IV-Management” om te duiden wat we dan doen, en wat ons vakgebied is. Daarbij definiëren wij de “Informatievoorziening” als het IV-ecosysteem dat bestaat uit de mensen, de data, de middelen en de organisatie, dat invulling geeft aan de informatiebehoefte van alle belanghebbenden. De term “IV-Management” definiëren wij als het richten, inrichten, beheren, beheersen én innoveren van de informatievoorziening. (Meer informatie over onze gedachtes over de Informatievoorziening en IV-Management kun je vinden in onze e-books: Het IV
Bewuste communicatie
Voorkom het gebruik van lege termen en inhoudsloos jargon, maar geef inhoud aan begrippen die invulling geven aan wie je bent, waar je van bent en wat je doet. Of je nu een Functioneel Beheerder, Functioneel Applicatiebeheerder, Informatiemanager, CIO, Informatie-analist, IV-specialist, of wat voor IV-professional dan ook bent, zorg ervoor dat er een eenduidige definiëring van is. Wees daar ook consequent in! Heb het bijvoorbeeld niet in het ene gesprek over ‘de informatiehuishouding’ en in het andere gesprek over ‘de informatievoorziening’ terwijl je er hetzelfde mee bedoelt. Ook als je gebruikt maakt van woorden als ‘klanten’ en ‘leveranciers’, definieer wat er onder deze begrippen wordt verstaan en bepaal dan pas wie daaronder vallen. Want besef van het belang van taal en taalgebruik, en het op een bewuste manier consequent bezigen van taal, zal uiteindelijk leiden tot wederzijds begrip en daarmee verwarring, miscommunicatie of andere vormen van ruis wegnemen.
Deze blog is geschreven door Maxime, consultant bij IV experts. Ben je ook benieuwd of een baan als consultant iets voor jou is? We vertellen je meer!
Gepubliceerd in